De oppervlakte van het dunbevolkte Costa Rica is net iets groter dan die van Nederland, terwijl het land een bevolkingsaantal heeft van onder de 5 miljoen mensen. Ongeveer 60 procent van de bevolking leeft in stedelijke gebieden; de rest woont op het platteland.
Het merendeel van de Costa Ricaanse bevolking stamt (gedeeltelijk) af van Europese voorouders, met name van de Spaanse kolonisten die eeuwenlang over het land regeerden. Dit is ook de reden dat de officiële taal van Costa Rica het Spaans is. Costa Ricaans Spaans is een dialect dat sterk lijkt op het Spaans dat in andere Centraal-Amerikaanse landen wordt gesproken. Daarnaast spreken een aantal van de minderheden in het land hun eigen talen, zoals een traditioneel Jamaicaans Creools dialect gebaseerd op het Engels en verschillende inheemse Chibcha-talen.
Er emigreren maar weinig Costa Ricanen naar het buitenland. Dat zou iets te maken kunnen hebben met de grote tevredenheid van de bevolking: Costa Rica scoorde de afgelopen jaren erg hoog op het gebied van bruto nationaal geluk, een initiatief van de Bhutanese koning om landen te beoordelen op basis van de tevredenheid van de inwoners (in plaats van welvaart). De positieve instelling van de gemiddelde Costa Ricaan is gespiegeld in de typische uitspraak die hier vaak als groet wordt gebruikt: Pura vida! Letterlijk betekent dit "puur leven", maar de ware betekenis voor Costa Rica draait meer om "genieten van het leven".
De cultuur van Costa Rica is sterk beïnvloed door de periode van Spaanse kolonisatie van het gebied en door de komst van Jamaicaanse immigranten. Muziek en dans hebben een belangrijke betekenis in de Costa Ricaanse cultuur. Een populair instrument voor volksmuziek is de marimba, een soort xylofoon met houten toetsen. De punto guanacasteco wordt over het algemeen beschouwd als nationale dans van Costa Rica. Deze sensuele dans pauzeert soms plotseling zodat iemand een humoristische, rijmende vers (ook wel een bomba genoemd) kan uitroepen, waarna de dans verder gaat.