De eerste inwoners waren immigranten vanuit Thailand en leden van de Hmong/Mien-stam. De eerste Laotiaanse vorstendommen werden in de 13e eeuw gesticht na de invasie van het zuidwesten van China door de Mongoolse troepen. In het midden van de 14e eeuw wilde een strijder van deze troepen, Fa Ngum, zijn eigen koninkrijk stichten nabij Luang Prabang. Hij noemde het Lan Xang, wat 'een miljoen olifanten' betekent. In het begin was het een bloeiend rijk, maar onder druk vanuit de omringende landen viel het uiteen in de 17e eeuw. Lan Xang werd verdeeld in drie strijdende koninkrijken, die gecentreerd liggen om Luang Prabang, Wieng Chan (het huidige Vientiane) en Champasak.
Tegen het einde van de 18e eeuw kwamen de meeste delen van Laos onder Thaise heerschappij, maar ook de Vietnamezen probeerden om bepaalde delen te veroveren. Lan Xang wilde echter niet onder 2 heersers leven en verklaarde Siam (het huidige Thailand) de oorlog in 1820. Hierdoor kwamen de 3 Laotiaanse koninkrijken onder Thaise controle. Eind 19e eeuw stichtte Frankrijk het Franse Indochina in de Vietnamese provincies Tonkin en Annam. De Thaise regering 'gaf' daarna Laos aan de Fransen, die hier erg gelukkig mee waren. Op deze manier werd Laos door de Fransen gebruikt als buffer tussen de Franse koloniën en Siam.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette Japan Indochina. Een Laotiaanse verzetsgroepering, Lao Issara, probeerde de terugkomst van de Fransen na de oorlog tegen te houden. Laos werd in 1949 onafhankelijk. Er was echter nog steeds een conflict tussen de monarchisten, de neutralisten en de communisten in het land. Tijdens de Vietnam Oorlog, bombardeerden de Verenigde Staten de Noord-Vietnamese troepen op het Ho Chi Minh pad in Oost-Laos. Dit was het resultaat van een escalerend conflict tussen de monarchistische regering in Vientiane en de communist Pathet Lao, die in de oorlog aan Vietnamese kant vocht.
In 1973 werd een staakt-het-vuren overeengekomen, maar Laos had toen al de twijfelachtige eer van het meest gebombardeerde land in de geschiedenis van de oorlogsvoering. Na de val van Saigon in 1975 verlieten de meeste monarchisten het land, om voortaan in Frankrijk te gaan leven. Pathet Lao stichtte in december 1975 de Democratische Volksrepubliek Laos. Het land bleef de goede contacten met de Vietnamese communisten onderhouden, gedurende de tachtiger jaren. Veel particuliere bedrijven werden in deze periode gesloten, maar dankzij een versoepeling van de wet in 1989 en de tendens naar een vrijemarkteconomie zorgen voor een economische opleving. Laos verstevigde de banden met zijn buurlanden toen het in de ASEAN (Association of South East Asian Nations) werd opgenomen in juli 1997.
In 1998 werd de oude Minister-President, Khamtai, President van Laos. Tegen het einde van de 20e eeuw was de economie in slechte toestand. De inflatie bedroeg meer dan 100 procent en de Kip daalde meer dan 500 procent in waarde. Het land startte een 'Visit Laos'-campagne om op deze wijze de aantrekkelijke dollar van de toeristen binnen te krijgen. Het was geen daverend succes, maar de Kip nam weer wat toe in waarde en de inflatie is werd minder hoog.
Het huidige economische bewind in Laos wordt gebaseerd op het kapitalisme. Toch behoort Laos tot de armere landen. Maar economische groei is zichtbaar. Zo'n 8 procent van het bodemoppervlak in Laos is geschikt gemaakt voor landbouw. De grond in Laos is overal vruchtbaar, dus de landbouw is een groeiende sector. Ook onder de grond is de bodem rijk, onder andere aan goud, koper, tin, zink, ijzer, kolen en zout. Veel Laotianen leven van de visserij. Eén van de snelst groeiende economische sectoren is de toeristische sector.